SV | En zij zeggen niet in hun hart, [dat] Ik al hunner boosheid gedachtig ben; nu omsingelen hen hun handelingen, zij zijn voor Mijn aangezicht. |
WLC | וּבַל־יֹֽאמְרוּ֙ לִלְבָבָ֔ם כָּל־רָעָתָ֖ם זָכָ֑רְתִּי עַתָּה֙ סְבָב֣וּם מַֽעַלְלֵיהֶ֔ם נֶ֥גֶד פָּנַ֖י הָיֽוּ׃ |
Trans. | ûḇal-yō’mərû liləḇāḇām kāl-rā‘āṯām zāḵārətî ‘atâ səḇāḇûm ma‘aləlêhem neḡeḏ pānay hāyû: |
En zij zeggen niet in hun hart, [dat] Ik al hunner boosheid gedachtig ben; nu omsingelen hen hun handelingen, zij zijn voor Mijn aangezicht.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij zeggen niet in hun hart, [dat] Ik al hunner boosheid gedachtig ben; nu omsingelen hen hun handelingen, zij zijn voor Mijn aangezicht.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!